Analyse gesprekken
De deelnemer heeft, voor zijn uitval, al op de werkvloer gestaan. Op basis hiervan hebben zowel de deelnemer zelf als de werkgever een beeld over de capaciteiten van de deelnemer en de eisen van de job. Dit beeld heeft zijn invloed op de re-integratie van de deelnemer en is dus erg belangrijk om bij stil te staan.
Leidraad voor coaches
In de analysefase ga je dieper in op een aantal topics die tijdens de intake-fase aan bod gekomen zijn. De situatie van de coachee wordt verder uitgeklaard. Daarbij is het belangrijk om de volgende richtvragen voor ogen te houden:
- Wat brengt je hier?
- Waar wil je naar toe?
- Wat gaat er al goed?
- Wat is er nog nodig?
Te bevragen topics
Met bovenstaande richtvragen in het achterhoofd ga je dieper in op de situatie van de coachee. Daarbij is het belangrijk steeds de focus op ‘werk’ te behouden. Het belangrijkste in deze fase is het in kaart brengen van de huidige job en het functioneren van de coachee. Daarbij is niet alleen het standpunt van de coachee belangrijk: idealiter bevraag je ook andere actoren zoals de werkgever, het zorgnetwerk van de coachee, belangrijke actoren uit de omgeving van de coachee. Hierbij is het wel van belang dat je het mandaat krijgt van de coachee om deze actoren te bevragen.
Voor het in kaart brengen van de huidige job en het functioneren kan je de volgende voorbeeldvragen hanteren (deze kan je in een aangepaste formulering ook gebruiken in een contact met de werkgever):
- Analyse van de job en het huidig functioneren:
- Uit welke taken bestaat je job?
- Hoe ziet je werkplek eruit?
- In welk soort bedrijf werk je? Wat is er typisch aan jouw bedrijf?
- Welke vaardigheden moet iemand hebben die jouw job doet? (Als er een competentieprofiel beschikbaar is, kan je dat hierbij gebruiken)
- Wat gaat er al goed:
- Beschrijf een successituatie uit je huidige job. Wat deed jij om dat te laten gebeuren?
Zie ook: oefening succesverhaal
- Beschrijf een successituatie uit je huidige job. Wat deed jij om dat te laten gebeuren?
- Wat is er nog nodig:
- Wat zou je willen veranderen aan je job?
- Wat heb je zelf al geprobeerd? Hoe is dat verlopen?
Voor de analyse van de huidige job en het functioneren van de coachee kan je ook werken met schaalvragen: Wat is je oordeel over je huidige baan op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (zeer goed)?
- Wat zit er in dat cijfer?
- Hoe is het je gelukt om op dat cijfer te zitten?
- Hoe is het je gelukt om op dat cijfer te blijven?
- Hoe zou een stapje hoger er uit zien? Wat zou je dan anders doen?
Achteraan de leidraad voor deze fase vind je een rubriek met oefeningen die je eveneens kunnen helpen bij het in kaart brengen van de huidige job en het functioneren van de coachee.
Online dagboek
Naast de oefeningen die je achteraan deze leidraad terugvindt, is het online dagboek een belangrijke tool voor het in kaart brengen van het huidige functioneren van de coachee en hem of haar een zicht te laten krijgen op energiegevers en -nemers.
Technische uitleg i.v.m. het dagboek vind je verder op de website. Het is belangrijk om als coach het gebruik van het dagboek goed aan te brengen bij je coachee en het doel ervan uit te leggen. Je kan best de eerste keer dit online samen invullen. Het is best dat je dit aanbrengt in (het begin van) de analysefase, in de intakefase is het daar nog te vroeg voor.
Het belangrijkste onderdeel van het dagboek is het luik i.v.m. de energiegevers en –nemers. Hier kan de coachee invullen welke dingen hij of zij die dag gedaan heeft die ervoor gezorgd hebben dat hij of zij meer of juist minder energie had.
Voorbeelden van energiegevers: een wandeling maken, een goed gesprek met een collega of vriend(in), sporten, …
Voorbeelden van energienemers: te veel werk, file, …
Het is niet alleen zinvol voor de coachee om dat op dit moment in kaart te brengen en zo een beter zicht te krijgen op de energiegevers en –nemers in zijn of haar leven. Het kan daarnaast ook een belangrijke inspiratiebron zijn voor moeilijke momenten in de toekomst, bv bij de werkhervatting. Op dergelijke momenten kan de coachee zijn lijst van energiegevers opnieuw raadplegen om te zien wat hem of haar in het verleden energie gaf en hier inspiratie uit putten.
Attitude van de coach
- Geïntegreerde benadering: probeer zo vroeg mogelijk in het traject andere actoren uit het netwerk van de coachee (zorgverstrekkers) erbij te betrekken, vooral de werkgever, indien je daartoe het mandaat krijgt van de coachee. Let op: Het contact met de zorgverstrekkers heeft niet tot doel om inhoudelijk over de deelnemer te praten. Wel over re-integratie en de manier waarop de behandelaar hieraan kan meewerken.
- Persoonlijke aanpak: stem je aanpak af op de individuele noden van de deelnemer en zijn context. Zet richtlijnen, oefeningen, e.d. flexibel in. Heb aandacht voor de vertrouwensband die je opbouwt met je coachee. Doe dit ook met de werkgever: stem je aanpak af op diens specifieke noden.
- Empowerment: dit is mensen leren hun eigen situatie in handen te nemen. Neem als coach niet alles uit handen van je coachee, probeer om niet alles in zijn/haar plaats te doen. Stimuleer je coachee om zoveel mogelijk zelf te doen. Bv: laat hem/haar zelf een afspraak maken met de leidinggevende voor een gesprek met jou als coach erbij. Je zou dan zelf een aantal vrije momenten kunnen doorgeven waarop het voor jou past om samen te zitten.
Aandachtspunten & valkuilen
- Behoud steeds de focus op werk (de huidige werksituatie).
Mogelijk kampt je coachee nog met andere, niet-werkgerelateerde problemen. Deze zullen in de gesprekken dan wellicht ook naar boven komen. Geef de coachee de ruimte om hierover te vertellen, maar houdt dit binnen de perken. Verwijs eventueel door naar andere zorgverleners. - Blijf niet hangen in problemen, focus op wat er al goed gaat.
“Hoe meer aandacht je een probleem schenkt, hoe groter het wordt.” Voor personen met een depressie kan alles negatief en hopeloos lijken. Als coach kan je de coachee helpen de positieve dingen te zien, hoe klein die soms ook zijn. (Bijvoorbeeld: het is al positief dat de coachee in een coachingstraject gestapt is, dat hij/zij vandaag bij jou geraakt is,...) Door aandacht te schenken aan wat al goed gaat en hoe dit voor elkaar gekregen is, erken je iemand in zijn mogelijkheden. - De coachee heeft, voor zijn uitval, al op de werkvloer gestaan. Op basis hiervan hebben zowel de deelnemer zelf als de werkgever een beeld over de capaciteiten van de deelnemer en de eisen van de job. Dit beeld heeft zijn invloed op de re-integratie van de deelnemer en is dus erg belangrijk om bij stil te staan. Als coach moet jij inschatten wat het meest opportuun is voor het re-integratieproces: gesprekken met alle betrokkenen samen dan wel (eerst) apart. Zie ook de fiches m.b.t. werkgevers in het luik voor werkgevers op de site.
- Indien je van de coachee geen mandaat krijgt om contact op te nemen met de werkgever, kan je hem/haar wel coachen om het gesprek met de werkgever zelf aan te gaan. Bereid samen dit gesprek voor. Indien je geen mandaat krijgt om contact op te nemen met de werkgever, kan de oefening m.b.t. cognitieve therapie een hulpmiddel zijn om de coachee te laten inzien dat zijn/haar interpretatie niet de enige is, dat de werkgever ook zijn verhaal heeft. Zie ook de fiches m.b.t. werkgevers in het luik voor werkgevers op de site.
Tools
- Oefening KOP schema
- Oefening cognitieve therapie: helpt de coachee inzien dat zijn/haar interpretatie niet de enige mogelijke is
- Online dagboek
Hieronder worden nog een aantal extra oefeningen aangereikt die je als coach zou kunnen gebruiken in de analysefase. Je kiest als coach zelf welke oefeningen je gebruikt. Daarbij is het belangrijk dat je het gebruik van deze oefeningen afstemt op je coachee. Je hoeft dus zeker niet altijd alle oefeningen te gebruiken. Je kan zelf bepalen welke oefeningen je inzet per coachingstraject, afgestemd op de individuele noden van de deelnemer.
Om je te helpen bepalen welke oefeningen je kan inzetten voor je coachee kan “het Brugs model” je op weg zetten. Dit model geeft een zicht op de mogelijke relaties tussen coach en coachee en welke oefeningen je in welk soort relatie kan toepassen. Meer uitleg hierover vind je in de fiche van het Brugs model op de pagina: Intakegesprekken (onder 'Tools').
Op de pagina ‘tools in de praktijk’ vind je verhalen van coaches uit de praktijk over het gebruik van deze oefeningen.
- Interview met mezelf: helpt de coachee inzicht te krijgen in de dingen die voor hem/haar belangrijk zijn in het leven
- Reis in de tijd: hulpmiddel voor het in kaart brengen van waarden die belangrijk zijn voor de coachee
- Kernkwaliteiten: hulpmiddel om de coachee bewuster te maken van zijn/haar eigen talenten
- Waarden top 10: helpt de coachee een zicht te krijgen op de waarden die voor hem of haar belangrijk zijn in het leven en zijn of haar job
Oefeningen voor het in kaart brengen van de huidige job en het functioneren van de coachee:
- Vaardighedenmatrix: geeft een zicht op de taken die de coachee graag doet/niet graag doet, goed kan/niet goed kan
- Succesverhaal: helpt de coachee een zicht te krijgen op zijn/haar sterktes en waarden
- SPOED (competenties en gedragsindicatoren, leidraad en vragenlijst lange + korte versie): helpt de coachee een zicht te krijgen op zijn/haar sterke en zwakke punten. Mogelijke uitbreiding: 360° analyse